Autisme is een stoornis die zich niet makkelijk laat omschrijven. Autisme kan namelijk op verschillende manieren en in verschillende gradaties tot uitdrukking komen. Om deze reden wordt vaak hgesproken van autisme-spectrumstoornis (ASS). Naast klassiek autisme worden ook Asperger en PDD-NOS (Pervasieve Development Disorder- Not Otherwise Specified) tot ASS gerekend.
ASS is een aangeboren stoornis. Genetische kwetsbaarheid en (vroege) omgevingsfactoren (die vanaf de conceptie invloed kunnen hebben) zorgen voor een verstoorde ontwikkeling van hersenen en informatieverwerking. Veel facetten van het leven en de ontwikkeling worden door deze informatieverwerkingsproblemen beïnvloed. Mensen met autisme hebben hierdoor meer moeite hun leven vorm te geven en zich in het leven staande te houden dan mensen zonder autisme. Vaak hebben mensen met autisme hulp, begeleiding en behandeling nodig rond de problemen die in de loop van hun leven kunnen ontstaan. De intensiteit van deze hulp kan van persoon tot persoon, en van levensfase tot levensfase zeer sterk verschillen. We weten niet precies hoeveel mensen met ASS er zijn. Op basis van onderzoeken in binnen- en buitenland lijkt het aannemelijk uit te gaan van een percentage van 0,7 tot 1 procent van de bevolking.
Meest voorkomende Kenmerken van een autisme-spectrumstoornis:
Beperkingen in de interactie Deze beperkingen kunnen zeer uiteenlopend zijn. Bij de meest uitgesproken vorm van autisme kan sprake zijn van het volledig afsluiten voor contact met anderen. Dan wordt contact vaak alleen gezocht om eigen behoeften kenbaar te maken. Bij andere vormen van ASS kan er sprake zijn van spontaan contact maken, maar valt vaak snel iets bijzonders aan het contact op.
Een gestoorde communicatie Praten gaat sommigen heel goed af, maar vaak vallen al snel bijzonderheden in het gebruik of (gebrek aan) begrip van taal op. Meestal vinden mensen met ASS het moeilijk - vooral met vreemden - om een gesprek te beginnen en te onderhouden. Soms is er sprake van eigenaardig taal- of woordgebruik. De mogelijkheden om een gesprek te beginnen, te onderhouden of te begrijpen, schiet wegens onvoldoende begrip van humor en abstract taalgebruik tekort.
Zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten Dit kan zich uiten in geobsedeerd bezig zijn met bepaalde voorwerpen of onderwerpen, vrijetijdsbesteding of hobby's, niet-functionele gewoonten en stereotype bewegingen (zoals wiegen). Mensen met ASS klampen zich vaak (angstvallig) vast aan bepaalde gewoonten, volgorde in handelingen, vaste routines en aan starre patronen. Zij hebben een angstig en geobsedeerd verlangen naar gelijkblijvendheid en kunnen in paniek raken als er een detail in de omgeving verandert. Daarnaast is er vaak sprake van zeer rigide denkpatronen die bescherming bieden tegen teveel prikkels. Deze helpen om de verwarrende en beangstigende buitenwereld controleerbaar te maken.
Informatieverwerkings- en integratieproblemen Naast de bovengenoemde problemen die de kern vormen van een autisme-spectrumstoornis, zien we bij veel mensen met autisme in wisselende mate problemen met de verwerking van informatie. We denken dan aan een overgevoeligheid voor bepaalde prikkels, trage informatieverwerking, moeite met het verwerken van non-verbale informatie (zoals lichaamstaal), moeite met schakelen van de ene situatie naar de andere etcetera. Dergelijke bijzonderheden kunnen onderzocht worden, onder andere via een vorm van psychologisch onderzoek. Het ontdekken van deze bijzonderheden kunnen leiden tot nuttige aanpassingen in de manier waarop anderen met de cliënt om (kunnen) gaan.